Plasma
Bij het plasma scherm worden de beeldpunten gevormd door kleine gasontladingslampjes. Een plasmascherm bestaat uit miljoenen kleine glas bubbels gevuld met een gasachtige substantie. Deze cellen zijn bedekt met een fosforlaag. Elke cel is een pixel welke bestaat uit subpixels, een rode, groene en blauwe. Via elektrische impulsen lichten deze op. De kleur van het zichtbare licht wordt bepaald door het fosfor. Om de verschillende kleuren te bekomen worden de rode, groene en blauwe kleuren gemengd tot de gewenste kleur.

LCD
Tussen 2 glasplaten bevinden zich vloeibare kristallen die door elektrische impulsen worden geactiveerd.
De kristal moleculen veranderen van polarisatie van zodra er een elektrische spanning opzit. Voorts straalt een Lcd scherm zelf geen licht uit, maar manipuleert het omgevingslicht door middel van een
spiegel achteraan in het scherm en gebruikt het kunstmatig licht dat achteraan in het scherm zit.

(Figuur : Opbouw van een LCD scherm)

LED LCD

Een LED TV of anders omschreven een LCD met LED backlight maakt gebruik van LED verlichting in plaatst van de CCFL (Cold Cathode Fluorescent Lamp) als achtergrondverlichting.

De achtergrondverlichting bestaat hier uit een rooster met allemaal LED lichtjes, het voordeel is dat nu slechts enkele pixels kunnen belicht worden en niet allemaal zoals het geval met de CCFL (neon buislamp verlichting) hierdoor ontstaat een veel beter contrast, zwarte beelden worden beter als zwart weergeven. Ook komt Led verlichting het verbruik ten goede, dit ligt bij de LED nog een stuk lager dan de gewone LCD met neon achtergrondverlichting.

OLED (Organic Light Emitting Diode):
Een OLED scherm bestaat uit een speciale laag die licht uitzendt op het moment dat er elektrische stroom doorheen gaat. Het verschil met de gewone LCD en LED TV’s is dat bij een OLED scherm er geen achtergrondverlichting meer nodig is. Zonder achtergrondverlichting wordt zowel stroom als ruimte bespaard.



Digitale televisie :  Page  <<  7  >>